De Dharma of de leer van Boeddha
Ruim 2500 jaar geleden leefde Prins Siddhartha Gautama in Noord India. Na een lange spirituele zoektocht bereikte hij de volledige verlichting en werd een Boeddha. De Boeddha onderwees ruim 40 jaar lang. De essentie van zijn onderricht gaat over het opheffen van het lijden van voelende wezens.
De leer van Boeddha Shakyamuni is kort samengevat in zijn eerste belangrijke onderricht: de vier edele waarheden:
Het leven is van lijden doortrokken, zoals het fysiek en mentaal ervaren van tekort en verlies De oorzaken voor dit lijden zijn storende ”emoties” of patronen zoals gehechtheid, afkeer en fundamentele onwetendheid. Deze laten sporen na in de geest. Hoe dieper deze sporen, hoe bepalender ze zijn voor onze toekomst Het is mogelijk om het hierdoor veroorzaakte lijden te stoppen en een diepere vorm van geluk te ervaren. De manier waarop we dat kunnen bereiken gebeurt in de eerste plaats door de fundamentele onwetendheid over onze eigen aard en die van de fenomenen op te heffen. De kern van deze onwetendheid is niet zien of willen zien dat er niets is dat op zichzelf bestaat.
Het woord lijden (dukkha) verwijst in het boeddhisme naar alle soorten van ongemak, problemen en frustraties. Dit lijden - zelfs lichamelijk lijden - speelt zich uiteindelijk af in onze geest: voortdurend duiken er discursieve gedachten op over onze conditie, we gaan er verder op in, ze worden een onophoudelijke gedachtestroom en uiteindelijk identificeren we ons met deze gedachten. Door onze geest niet te laten bepalen door deze gedachtestroom, kunnen we ook onze ervaring van lijden (aan wat er zich voordoet dat ons in mindere of meerdere mate of absoluut niet bevalt of belast) veranderen, en zelfs volledig opheffen.
Cruciaal in het boeddhisme is het trainen van de geest en het ontwikkelen van een altruïstische levenshouding. Onze geest kunnen we trainen door te mediteren. Zo ontdoen we onze geest van valse projecties en negatieve gewoontepatronen. De altruïstische levenshouding bestaat erin dat we ons tot doel stellen van andere levende wezens te helpen het geluk te vinden, hen van lijden te bevrijden of ze op zijn minst geen schade toe te brengen.
De essentie van Boeddha's onderricht ligt vervat in de drie hoofdzaken van het pad: het verlangen naar bevrijding, de wens om een boeddha te worden teneinde alle levende wezens van het lijden te bevrijden, en het ontwikkelen van wijsheid. Aanvankelijk proberen we af te komen onze eigen problemen die veroorzaakt worden door onze verwarring en de gevolgen daarvan: onze gehechtheid aan ons eigen ik. Vervolgens zien we dat andere mensen ook vergelijkbare problemen hebben, en met liefde en mededogen wijden we ons hart aan het doel zelf een boeddha te worden zodat we met onze wijsheid op grote schaal anderen kunnen helpen. Om een boeddha te kunnen worden is het essentieel dat we de wijsheid ontwikkelen die de ware aard van onszelf en andere verschijnselen begrijpt.
Een aantal kernbegrippen van het boeddhisme:
Mededogen: wanneer we alle voelende wezens als minstens zo belangrijk als onszelf beschouwen, dan creëren we vanzelf de oorzaken voor geluk
Wijsheid: alles bestaat relatief - een bijzonder moeilijk te verwoorden begrip, ook wel de leegte of zelfloosheid genoemd. De essentie is dat niets op zichzelf bestaat, dat alle fenomenen zijn samengesteld
Meditatie: een belangrijk hulpmiddel om onze geest te begrijpen, te leren beheersen en onszelf positief te ontwikkelen. Het gaat hier niet over het stoppen van de gedachten. We leren de geest tot rust brengen en te concentreren op éénpuntige wijze, door te kijken naar wat de geest van moment tot moment uitvoert. Zonder deze gedachten te veroordelen gaan we met onze aandacht opnieuw naar ons steunpunt
Toevlucht nemen: dit is 'boeddhist worden' oftewel vertrouwen schenken in de drie juwelen: de Boeddha, zijn leer (dharma) en de boeddhistische gemeenschap (sangha)
Bodhisattva: Sanskriet voor 'verlichtingswezen'. Een persoon die de motivatie heeft om alle voelende wezens naar de verlichting te voeren. Daarom is hij bereid om voorlopig niet op te gaan in de staat voorbij alle lijden maar telkens opnieuw te worden geboren in één van de bestaanswerelden teneinde alle levende wezens uit het lijden te bevrijden
Karma: onze daden op het niveau van lichaam, spraak en geest, hebben gevolgen voor onszelf en voor de anderen. Heilzame daden veroorzaken geluk, schadelijke daden veroorzaken lijden
Wedergeboorte: alle voelende wezens tollen rond in een eindeloze bestaanscyclus van eindeloze wedergeboortes in 1 van de zes bestaanswerelden. In elke bestaanswereld ervaren we lijden. We kunnen ons hiervan bevrijden door onze geest te ontwikkelen en zo het uiteindelijke geluk te realiseren